Uw kind leert op school klokkijken met rekenen. Veel kinderen vinden dit lastig en zijn zooo trots als het ze dan eindelijk lukt. Zo kunt u uw kind een handje helpen.
01) Het begint met tijdsbesef
Leren klokkijken is een proces. Het begint al heel vroeg en als ouder kun je een handje helpen. Hanteer tijdsbegrippen die voor ons heel normaal zijn, zoals “middag” en “avond” of “ochtend”. Koppel hier activiteiten aan. In de ochtend ontbijt, de middag naar buiten en in de avond gaan we naar bed. Tot ongeveer groep 3 hebben kinderen nog geen tijdsbesef en weten niet hoelang 10 minuten is. Wees je hiervan bewust!
02) Spelen met een klok
Laat je kind met een klok spelen. Speelgoed of een echte. Het is leuk als kinderen zelf de wijzers kunnen verzetten en handig als de cijfers duidelijk zijn.
03) Benoem de tijd
Ook al zegt het een kind nog niets, het is heel goed om “over 5 minuten gaan we eten” en “het is 1 uurtje rijden naar de dierentuin” te benoemen.
04) Start met de kleine wijzer
Vanaf gr 3 leren de kinderen hele en halve uren kennen. Het begint met de uren. Wanneer je dus wil oefenen thuis, is het goed om je kind bewust te maken van de kleine wijzer en naar welk uur hij wijst.
05) Nu de grote wijzer
Vertel dan dat de grote wijzer de hele uren, de halve uren, kwartieren en minuten laat zien. Eerst hele uren, dan halve uren, dan kwartieren en als hij/zij dat begrijpt de minuten.
De grote wijzer is best lastig dus ga pas naar het volgende als je het vaak herhaald hebt en het kind het begrijpt. Om minuten te kunnen snappen, moet een kind sowieso tot 60 kunnen tellen.
06) Herhaling!!!!!
Vraag met regelmaat hoe laat het is of waar de wijzers naar wijzen! Doe dit spelenderwijs en maak het leuk! Succeservaring is belangrijk!
Het aanschaffen van een leuk kinderhorloge kan hierbij ook goed helpen.
07) Digitale tijd
Op een gegeven moment zal een kind beseffen dat er naast de gewone klok nog een andere klok is: zoals de wekker. De digitale klok is voor kinderen niet logisch omdat die getallen niet op de klok staan. Maar als je uitleg dat een dag 24 uur heeft en we dat ik tweeen delen omdat t anders niet op de klok past. 😉 Er zijn 12 uren overdag en 12 uren in de nacht. Om de digitale tijd te weten doe je dus altijd +12.
03.00 uur +12 is dus 15.00 uur (altijd +12)
Een kind kan dit dus pas begrijpen als hij erbij sommen tot 20 kan maken.
Tip: hang of zet naast de analoge klok een digitale klok zodat een kind de tijd als geheel gaat herkennen.
08) Tijd bepalen
Wanneer een kind kan klokkijken weet een kind lang niet altijd hoelang iets duurt.
Vraag je kind daarom regelmatig om de tijd in te schatten. Hoelang denkt het bezig te zijn met douchen, omkleden enzovoorts? Zorg dat het zich bewust wordt van de tijd en een schatting kan maken. Ook kun je kinderen een taak laten doen in een bepaalde tijd. Zorg dat je in 5 minuten je pyjama aan hebt. Hierbij kun je ze ook een stopwatch laten zetten waardoor ze een idee krijgen hoelang ze over iets doen.
09) Verder tellen in de tijd
Op school wordt veel met tijd gerekend.
Dit kun je oefenen door veel tijdvragen aan je kind te stellen. Hoe laat is het over 15 minuten?
Om 10 uur gaan we naar de speeltuin. Hoelang duurt het nog voordat we gaan?
10) Tijd op de wereld
Leg kinderen uit dat tijd niet overal op de wereld het zelfde is. Tijdsverschillen, zomer/wintertijd, nacht/dag etc. Laat het je kind maar zien met een wereldbol of kijk filmpjes op bijv. Schooltv die het uitleggen.